Verschillende lagen
Iedereen op de tuin die de grondboor weleens heeft gebruikt, weet dat je verschillende lagen grond tegen komt. Tijdens de aanleg van het complex heeft de grond nogal wat bewerkingen ondergaan. Dit was voor mijn tijd als tuinder, maar ik stel me zo voor dat er is geploegd en dat er grond van elders is opgebracht.
Niettemin, als we door de zwarte aarde boren komen we eerst een laag zeeklei tegen. Ook in de bouwlaag zit klei verwerkt aan de slootranden meer omdat men daar moeilijker met de machines kon komen.
Boren we door de kleilaag heen dan komen we op een veenlaag terecht. Gaan we nog verder dan komen we op zand. De dikte van de lagen zullen op verschillende plaatsen op ons complex verschillend zijn. Ook zullen er sloten hebben gelopen.
Een stukje geschiedenis
Zo’n 150.000 jaargeleden voordat de voorlaatste ijstijd begon, stroomden Maas en Rijn naar het noorden. Ze namen daarbij veel zand en grind mee.Tijdens de daaropvolgende ijstijd werden deze zand lagen opgestuwd en ontstonden stuwwallen zoals de Grebbeberg en Utrechtse Heuvelrug. De Maas en Rijn moesten als gevolg daarvan naar het westen afbuigen. Op de plaats van de vroegere Rijn ontstond de IJssel. Na het smelten van het ijs kwam het zeewater tot Rhenen.
Slaan we een stuk over naar ongeveer 8.000 jaar voor het begin van onze jaartelling, is er nog steeds geen Eemland zoals we dat nu kennen. Wel is het gebied bepaald door Veluwe, Gooi en Utrechtse Heuvelrug. Dit driehoekige dal van Eemland verandert in een ondiep moeras. Er vond verlanding plaats en er vormde zich de veenlaag die we bij het boren tegen komen.Overstromingen vonden veelvuldig plaats, soms door de zee dan weer door de Eem. Voor een deel vonden die overstromingen plaats doordat de mens het gebied gingen ontwateren. Het natte veen droogt dan uit en krimpt waardoor het oppervlak daalt. Als dan de dijken breken loopt een groot deel onder. Na het terugtrekken van het water blijft steeds een laagje slib achter.De overstromingen vonden zo regelmatig plaats dat er klei lagen ontstonden die we met onze grondboor tegen komen.
De Eem zelf heeft geen duidelijk aanwijsbare bron. Vanuit een omvangrijk achterland waaronder de Veluwe, wordt de Eem gevoed door talloze sloten en beken. De bekendste is de Heiligenberger Beek, die uitkomt bij de koppelpoort in Amersfoort. Dit is het officiële begin van de Eem. Daarnaast staat de Eem via het valleikanaal nog in verbinding met beken die hun oorsprong hebben in Barneveld, Lunteren en Leusden. Een onbeduidend stroompje van weleer is uit gegroeid tot een rivier van 18 km.
Ons volkstuincomplex
Terug naar nu en kijkend naar de omgeving van ons complex, dan constateren we dat het een voormalig weiland is. Ondanks de opgebrachte grond ligt het laag en dat merken we als we een natte zomer hebben. Dan staat het grondwater hoog en staan onze planten in het water. Het inmiddels bejaarde drainage systeem werkt waarschijnlijk ook niet meer optimaal.
Laatste nieuws (1 nov) is dat ik water uit de drainage pijp achter tuin F2 zag komen. Een wolkje aarde/ klei verraadde dat er stroming was.
Verder is het naar mijn mening prima tuingrond met een mooi percentage klei. Vrienden in Zelhem hebben een groentetuin op puur zand en zijn hier jaloers op.
Het is natuurlijk wel belangrijk deze grond goed te onderhouden en te verbeteren. Het kweken van groente begint met de grond waarop we verbouwen. Zoals gezegd bevat onze grond klei. De hoeveelheid verschilt een beetje per tuin. Klei houdt goed voedstel vast. Als de grond droger wordt zien we harde kluiten en soms ook scheuren. Na een buitje kunnen we met de hark de kluiten gemakkelijk uit elkaar doen vallen. Krimpscheuren in de grond kunnen we voorkomen door de bovenkant van de grond regelmatig wat los te maken met de cultivator.
Structuur verbeteren
De structuur van de grond kunnen we verbeteren door organisch materiaal toe te voegen. De goed verteerde mest die elk jaar geleverd wordt is daarvoor ideaal. Het is ook een evenwichtige meststof.
Helaas zie ik nog regelmatig tuinders met zakken onkruid naar huis gaan. Niet doen! U gooit waardevolle stoffen weg. Maak een compost hoop. Het enige wat ik afvoer is aardappelloof, koolstronken en Kleine majer ( amaranthus blitum). Kleine majer is dat rode plantje wat zich diep wortelt en zich behoorlijk uitzaait.
We moeten ons realiseren dat de natuur onze zwarte geschoffelde en gespitte grond ziet als een wond die snel die geheeld moet worden. Daarvoor dient het door ons gehate onkruid. We blijven onkruid wieden zolang de grond er nakend bij ligt. We kunnen dit tegen gaan door de bodem tussen de planten te bedekken met organisch materiaal. Ook zal de grond dan minder uitdrogen en door plensbuien dicht slaan. Ook wordt het bodemleven beter beschermd en blijft de grond luchtiger.
Er zijn verschillende materialen geschikt zoals stro of vlasstrooisel. E.e.a. zijn als handzame balen te verkrijgen. (misschien iets voor de inkoopkommissie) Plastic en worteldoek zijn minder geschikt omdat dat de grond teveel afsluit.
Na de oogst kunnen we natuurlijk ook groenbemesting toepassen. Ook hiervoor zijn verschillende gewassen geschikt. Een landbouwer in Zeeland die ik onlangs sprak, zaait mosterd.
Onze tuingrond ziet er eenvoudig uit, maar is bij nader inzien zeer complex van samenstelling. Het zit vol met micro organismen als bacteriën en schimmels. Bijvoorbeeld mycorrhiza is betrokken bij samenlevingsvorm of symbiose tussen bepaalde wortelschimmels en planten. Dat we deze micro-organismen moeten koesteren zal duidelijk zijn. Hierbij is de manier van grondbewerking van belang.
Velen spitten elk jaar de grond. Geultje maken, bovenste laag onderin en de onderste laag bovenop leggen. Hiermee wordt de structuur van de bodem danig verstoort en heeft het tijd nodig om te herstellen. Er zijn steeds meer professionele akkerbouwers die niet meer ploegen.
We waren dit voorjaar te gast bij een akkerbouwer in Usquert (Noord Groningen). Hij heeft 120 ha grond en teelt uien aardappelen etc. Hij keert de grond ook niet meer, maar heeft een soort cultivator met een paar grote haken achter zijn tractor. Direct hierachter hangt een getande rol die de bovenlaag fijn maakt. Hiermee maakt hij de ondergrond los en bovenlaag fijn. Volgende stap is volgens hem dat er ook direct een zaaimachine achter komt. Voordeel: minder dieselgebruik en betere grond structuur met betere opbrengst. De grond wordt niet meer gekeerd en dat zouden wij ook niet meer moeten doen.
Ik spit al jaren niet meer. Als de mest er weer is strooi ik dat op de tuin als een soort mulch. Als ik in het voorjaar ga zaaien maak ik de grond met de spitvork een beetje los en de bovenkant fijn met cultivator en hark. De mest die er nog ligt vermengt zich met de grond en wordt door de wormen en micro organismen verder afgebroken. Overmatig spitten of ploegen, schimmelbestrijdingsmiddelen en overmatig fosfaatrijke bemesting kunnen het bodemleven schaden.
Over bemesting valt veel te zeggen
Hierover zijn veel boeken vol geschreven, maar als je biologisch wilt tuinieren kun je je het best houden aan organische bemesting en de kunstmest in de zak laten. Ik bemest eigenlijk weinig bij en houd het bij organische bemesting. Jonge planten geef ik nog wel eens een schepje eigen gemaakte compost mee.
Eén aspect van de bodem is de zuurgraad. Deze schaal loopt van 0 tot 14. 7 is neutraal lager is zuur en hoger is basisch. Zuur minnende planten zoals azalea, rododendron, heide etc. vragen een PH waarde 4,5 – 5,5. Voor onze groentetuin is dat echter te zuur. Voor onze tuin ligt de streefzone tussen 7 – 7,5. Om de verzuring te neutraliseren strooi ik jaarlijks wat kalk.
Voor een goed bemestingsadvies kun je bij Welkoop een grondtest laten maken. Ga niet te vroeg in het voorjaar testen. Van Warmelt Swart leerde ik dat de temperatuursom – een optelsom van de gemiddelde dagtemperatuur boven nul vanaf 1 januari – 200 moet zijn voor kleigrond. Nu is dat voor ons wel een beetje moeilijk te volgen. De boodschap is echter dat de bodemtemperatuur een bepaalde waarde moet hebben om voedingsstoffen vrij te maken voor de planten.
Bovenstaand verhaal geeft aan hoe ik tuinier.
Tips voor een tuinboek
“Ecologisch tuinieren,” van Velt is een tuinboek wat heel veel informatie geeft en waar ik veel uit haal. Koop ook eens een boekje over onkruiden zodat je weet wat je dwars zit.
Tuinders die hier over na willen praten, zijn welkom op tuin E4.
O ja, en vergeet niet te genieten op de tuin!
Jans Huttinga